Ga naar hoofdinhoud

Toezicht dat meebeweegt met de praktijk
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bezoekt organisaties van groot tot klein. Iedere setting brengt eigen vragen, dilemma’s en context met zich mee. Toezicht is daardoor nooit één vorm. Het is maatwerk en altijd afgestemd op de realiteit van de organisatie. De inspectie ontwikkelt mee met wat er in het veld gebeurt. IGJ is dus geen statische partij, maar reflectief en contextgericht.

Wie bepaalt de norm?
De vraag ‘mag dit van de inspectie’, is vaak niet op z’n plaats omdat de IGJ de norm niet bepaalt.

  • De wetgever en het veld stellen de kwaliteitskaders en richtlijnen vast.
  • IGJ houdt hierop toezicht met een sectorspecifiek instrumentarium.
  • De normen zijn gebaseerd op wat patiënten, zorgverleners en financiers verstaan onder goede zorg.

De wettelijke kaders, zoals de Wet BIG, Wkkgz en Wlz, bieden behoorlijk veel ruimte. Er is niet één juiste manier om goede en veilige zorg te organiseren. Die ruimte vraagt om professioneel organiseren en zorgvuldig onderbouwen.

Tussen ondergrens en topzorg
IGJ ziet in de praktijk het volledige spectrum: van excellente koplopers tot organisaties die nog op moeten bouwen. Die ‘ondergrens’ van kwaliteit is sterk afhankelijk van de context, zeker als het gaat over persoonsgerichte zorg. Wat goede zorg is, verschilt per persoon en situatie. De realiteit is ook dat schaarste in personeel en middelen steeds vaker de ondergrens bedreigt. IGJ erkent die spanning en ziet dat innovatie noodzakelijk is om passende zorg te blijven bieden. Juist daarom is het belangrijk om anders te durven organiseren.

Pas toe of leg uit: ruimte in het toezicht
De IGJ werkt met het principe ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent:

  • Als je als organisatie afwijkt van de richtlijn of norm, hoeft dat geen probleem te zijn, mits je dat zorgvuldig hebt afgewogen en goed kunt uitleggen.
  • Er is geen toestemming nodig van IGJ om van een richtlijn af te wijken.
  • Wél verwacht de inspectie dat je uitlegt waar je keuzes op gebaseerd zijn, wie erbij betrokken waren en hoe je kwaliteit en veiligheid borgt.

Daar waar het goed gaat, benoemt IGJ goede voorbeelden. Daar waar het onder de ondergrens zakt, wordt gehandhaafd. De grondhouding is dus: vertrouwen, mits verantwoord en transparant.

Wat verwacht IGJ van zorgaanbieders?
IGJ vraagt organisaties om:

  • Vooruit te kijken en te anticiperen op maatschappelijke opgaven.
  • Creatieve oplossingen te zoeken om met minder mensen goede zorg te leveren.
  • Te experimenteren — zorgvuldig, doordacht en uitlegbaar.
  • Kwaliteit en veiligheid te organiseren op een manier die past bij de context én het cliëntperspectief.

Uiteindelijk is het aan de zorgaanbieder zelf om keuzes te maken en om de zorg zodanig te organiseren dat de kwaliteit en veiligheid geborgd is. Het gaat hierbij om het uitleggen van het afwijken van richtlijnen. Daar is ruimte voor en vertrouwen is daarbij wat IGJ betreft het uitgangspunt.

Netwerkzorg en sectorovergangen
IGJ ziet dat de grenzen tussen sectoren vervagen. Netwerkzorg groeit, en ook daar ontwikkelt de inspectie haar toezicht op mee. Dat betekent kritisch reflecteren op wie waar verantwoordelijk voor is, en hoe je toezicht houdt op samenwerking tussen organisaties.

Bekwaamheid en inzetbaarheid: visie belangrijker dan protocollen
Op de vraag wie welke zorg mag leveren, zegt IGJ: er is geen protocol dat voorschrijft dat bijvoorbeeld alleen een niveau 3-verpleegkundige iets mag doen. Er wordt gekeken naar het geheel van visie, organisatie, borging, betrokkenheid van cliënten en medewerkers, en cyclisch leren. Niet naar losse protocollen.

Denk aan:

  • Heb je als organisatie zicht op de bekwaamheid van je medewerkers?
  • Wat is het strategische beleid van de organisatie en hoe heb je dit geborgd?
  • Wat is je visie en hoe sluit dat aan bij de wensen van cliënten?

Risico’s horen erbij – maak een bewuste afweging
Bij de beweging Van Zorg naar Gewoon Leven horen andere risico’s dan in traditionele zorg. Dat is niet erg, zolang je kunt laten zien dat je die risico’s bewust en zorgvuldig hebt afgewogen. Denk daarbij aan:

  • Is dit de minst ingrijpende keuze voor de cliënt?
  • Zijn medewerkers, cliënten en naasten goed betrokken?
  • Is er een risico-inventarisatie gemaakt?

Als je keuzes uitlegbaar zijn en met zorg zijn gemaakt, is er ruimte om af te wijken van bestaande normen. En als een nieuwe werkwijze echt werkt moedigt IGJ aan om die in te brengen bij beroepsverenigingen en richtlijnontwikkelaars.

Tot slot: laat je niet tegenhouden
De oproep van IGJ is: laat je niet tegenhouden uit angst voor de inspectie. Gebruik de ruimte die de wet en de richtlijnen bieden. Wees creatief, werk samen in je regio, en zorg dat je verhaal klopt. De inspectie houdt toezicht op kwaliteit en veiligheid, maar ook op het lerend vermogen van organisaties. De basis is vertrouwen, zolang je laat zien dat je verantwoord vernieuwt.

Meer weten over toezicht, innovatie en wetgeving? Kijk op www.igj.nl.